Maandag 8 februari 2021
De NAS heeft vanochtend het Rapport van de Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie in het verleden ontvangen. De Commissie heeft de afgelopen periode onderzoek gedaan naar de feitelijke gang van zaken rondom adopties vanuit het buitenland en de rol van de Nederlandse overheid daarbij. Dit gaat over de periode 1967-1998, voor de invoering van het Haags Adoptie Verdrag.
Minister Dekker heeft in de persconferentie zijn excuses aangeboden voor de rol van de overheid en laten weten met onmiddellijke ingang interlandelijke adoptie op te schorten. Zij die een beginseltoestemming hebben mogen de procedure afmaken aldus de minister, nieuwe toestemmingen worden niet meer afgegeven.
Wij zijn geschrokken van de uitkomsten van de Commissie Joustra. In het verleden, voor de inwerkingtreding van het Haags Adoptie Verdrag, zijn er veel zaken mis gegaan. Met name daar waar het gaat om het handelen op signalen uit de praktijk. De zaken die genoemd en onderzocht worden zijn hard maar niet nieuw. Het samenhangende beeld is pijnlijk en verdrietig en verdienen een plek en het gebaar dat de overheid daarin maakt is terecht.
We leven mee met degenen die hierdoor geraakt zijn en hopen dat zij goede ondersteuning krijgen, bijvoorbeeld met de instelling van een DNA databank.
In haar rapport geeft de Commissie ook een inkijk in hoe zij de huidige adoptiepraktijk beziet. De wijze waarop de conclusies tot stand komen wordt door de NAS onvoldoende herkend. Interlandelijke adopties zijn thans omgeven met uitgebreide internationale wet- en regelgeving. De zorgvuldigheid van procedures staat daarbij centraal en we willen er voor zorgen dat misstanden voorkomen worden en dat signalen hierover worden onderzocht en dat daarop wordt gehandeld.
De NAS is opgericht in mei 2000 en heeft in december 2002 de vergunning ontvangen, waarna vanaf 2004 bemiddelingen tot stand zijn gekomen. De NAS is opgericht door adoptieouders die ontevreden waren met het verloop van hun adopties in de periode 1997 – 1999. De betrokkenen vonden dat het tijd was voor een andere, ethischer, benadering van adoptie waarbij het kind centraal stond.
Zo heeft de NAS bij de oprichting als belangrijk uitgangspunt geformuleerd dat de organisatie geen financiële projecthulp biedt. Niet in de landen van waaruit wordt bemiddeld en ook niet in andere landen. Wij zijn van mening dat financiële steun een prikkel kan zijn om adopties te gunnen aan organisaties.
De NAS constateert dat de commissie in het rapport uitspraken doet over de huidige praktijk van adoptie vanuit Haïti. Wij hechten er aan om te laten weten dat de commissie geen onderzoek heeft gedaan bij de NAS, die de Nederlandse Vergunninghouder is voor Haïti.
Interlandelijke adoptie zorgt ervoor dat kinderen waarvoor biologische ouders niet kunnen, willen of mogen zorgen nieuwe gezinnen kunnen krijgen. De NAS is zeer onaangenaam verrast over de beperkte en slecht onderbouwde wijze waarop de aanbeveling dat er een tijdelijke stop op alle adopties zou moeten komen tot stand is gekomen en vervolgens de wijze waarop de Minister de draconisch maatregel tot het tijdelijke stopzetten van adopties afkondigt.
De NAS roept de Tweede Kamer op om niet akkoord te gaan met de opschorting van de adopties omdat deze vooral de kinderen raken die juist het meeste baat hebben bij adoptie. Ten tweede heeft een zo drastische maatregel juist het risico van illegale opname in zich.
Met het tijdelijk stopzetten van adopties voor nieuwe aspirant adoptiefouders wordt op een onheuse wijze kinderen in de kou gezet die in de toekomst nog op nieuwe gezinnen wachten.
Als NAS zijn we erkentelijk dat adopties door kunnen gaan om kinderen in nood te blijven plaatsen bij aspirant adoptiefouders die in het bezit zijn van een Beginseltoestemming.
Als betrokken organisatie is de NAS er voorstander van dat alle betrokken partijen aan tafel komen om te kijken op welke manier een herziening van het adoptiesysteem kan worden vormgegeven.
Oudewater, 8 februari 2021
Arnold Schouten
Algemeen directeur
Leeuweringerstraat 57 - 59
3421 AB Oudewater
+31 (0)348 564 762, bereikbaar tijdens het telefonisch spreekuur